zondag 1 december 2013

Jongetje. Of Zwemdiploma B



Net 4 weken na A, mag Dochter voor haar B-diploma afzwemmen. Ondertussen weten we hoe het werkt.  Het enige spannende is Het Gat. Kinderen moeten 6 meter onder water zwemmen om door een gat te moeten.  De lange rij kinderen moeten één voor één van de kant duiken. Om zo één voor één door het gat te gaan. Om zo één voor één applaus te ontvangen van de toeschouwende ouders.

Jongetje moest ook. Hij kan goed duiken en goed onderwater zwemmen. Maar, zoals een klein beetje verwacht: Hij gaat op het moment suprême niet door het gat. Geen applaus voor Jongetje.
Juf gebaart Jongetje uit het water te komen en hij mag zich weer in de rij voegen. Nog een keer. Het is stil in het zwembad. Hij duikt, zwemt onder water en gaat weer net voor het gat boven water.  Geen applaus voor Jongetje.

Dochter is aan de beurt. Dochter zit bij Jongetje in de klas en voelt zich  verbonden met hem. Des te spannender voor ons. Dochter duikt, zwemt onder water, door het gat. Applaus voor Dochter. En ik fluit op mijn vingers. Dat hoort ze en ze straalt.

Jongetje mag nog een keer. Weer komt hij voor het gat naar boven. Moeder gebaart hem door te zwemmen, alsnog even het gat door. Schamel applaus voor hem,  maar hij  weet wel beter.

Als de kinderen bij hun ouders aan de kant staan om zich klaar te maken voor het laatste diploma-onderdeel, mag Jongetje het nóg een keer proberen. Hij duikt, zwemt onder water en zwemt dóór het gat voor hij weer naar boven gaat. Groot, groot applaus voor Jongetje. Ook nu fluit ik op mijn vingers. Hij hoort het waarschijnlijk niet. Hij is blij.

In de auto terug naar huis, mét zwemdiploma B én chocoladeletter, vertelt dochter dat Moeder van Jongetje tranen in haar ogen had. “Ze huilde van blijdschap”, wist ze te vertellen. Dat zou kunnen kloppen ja. Maar vást ook van trots, op Jongetje. Omdat hij steeds weer de moed kon opbrengen om het steeds weer te proberen. 

En vást, heel misschien, vást ook van dankbaarheid voor de juffen. Zij maakten hem een jaar lang mee, iedere week in het zwembad. Zij kennen hem. En nu, tijdens  het Diploma B-afzwemmen, doordrenkt van strenge protocollen, hebben de juffen hun verworven inzicht gebruikt.  Ze wéten dat hij goed kan duiken en zwemmen, ook onder water. En dat hebben ze hem vandaag laten zien.  Hulde, alweer voor de juffen. En voor Jongetje.
 

De Waarneming. Of Zwemdiploma A


Eind oktober. En ja hoor, het A diploma in zicht. Vader ging met dochter mee. Ik was met zoon naar Leeuwarden. Leeuwarden is ver van Geldermalsen, zeker als er wordt afgezwommen. Niets vermoedend deden wij dat wat we moesten doen in Leeuwarden. Ondertussen kreeg ik berichtjes door. Vader begon te zweten:  Dochter moest uit het bad komen, met een Juf praten en als enige nog een keer een baantje zwemmen. Daarna zei de juf nog wat tegen haar. ‘Bloedstollend’, appte Vader.  Dochter moest nóg een baantje zwemmen. Als Enige. Vader had al bedacht dat er zo nu en dan toch wel eens iemand moest zakken. Anders zou de zwembond de kwaliteit van zwembad Geldermalsen ook ongeloofwaardig vinden,  zo dacht Vader. De waarschijnlijkheid was groot dat dat dan uitgerekend Dochter zou zijn.
Ondertussen, in Leeuwarden, had ik er vrede mee. Het was misschien ook wel eens goed voor Dochter om niet altijd alles in één keer te kunnen. Het kwam mij wel erg goed uit dat ik ver weg was en dat Vader dat dan even zou uitleggen.  Maar niets van dat al. De volgende app was een foto van de diplomabrief. Ik was trots. Dat leermoment zou later wel komen.

Vader was opgelucht en wilde in de auto toch even informeren naar wat de juf gezegd had. Dat wist dochter niet meer.  ‘Maar waarom moest je dan nog 2 baantjes zwemmen?’ , probeerde Vader voorzichtig. ‘Oh, ik denk dat ze vond dat ik zo mooi kon zwemmen, dat ze het gewoon nog een keer wilde zien”.

Eén gebeurtenis met twee totaal verschillende waarnemingen. Mijn dochter denkt voorlopig gewoon dat ze alles kan en de beste is. Hoe houden we dát erin?

vrijdag 6 september 2013

Altijd al gekund. Oftewel zwemles week 25


Na de Extra Les weer in het gewone lesgroepje. Nu met een heus Groen Bandje. Voor diegenen die dat niet weten: Groen is voorbereiding op het A-Diploma. En dat is nogal wat.

Achter het raam zie ik hoe Dochter het goed doet, zich als een vis in het water beweegt en ik besef dat zo’n cursus-haal-je a-en-b-diploma-in-3-weken-snelcursus niet goed is. Ik heb het idee dat het beklijft: Langzamer hand behoort het zwemmen tot haar fundamenten. 

Alleen beseft ze dat zelf niet.
Dochter is iemand die alles direct in 1 keer goed wil doen. Dat doet ze vaak ook. Lezen, rekenen gaat haar erg snel af. Na 1 of hooguit 2 x uitleggen kan ze het en gaat ze zelf verder. Tot het wat moeilijker wordt. En ze boos wordt omdat ze het niet na 1 x uitleggen zelf kan. Echt boos. Het attribuut waarmee geoefend wordt, smijt ze door de kamer, vergezeld met de leus: "ik doe dat nooit, nooit, nee, echt nooit meer!". 

En dan leggen we haar -steeds weer geduldig- uit dat je voor alle dingen moeten oefenen voor je het echt goed kan. Net zoals bij het zwemmen. " Dat kon je toch ook niet meteen?" Ooooh jawel! Dat hadden we echt verkeerd. Dochter kon vanaf dag 1 al direct perfect zwemmen. Eerst in het ondiepe bad en nu in het diepe bad. Zich niet beseffende dat we al weer 10 maanden week in week uit naar dat zwembad in Geldermalsen gaan, zodat ze nu op dit niveau is.

Nee. In haar beleving niet. En dat is mooi. Dat pleit weer voor de zwemjuffen. 

dinsdag 20 augustus 2013

Het Badpak. Of Zwemles week 24


Na een twee volle weken iedere dag in een zwembad te hebben doorgebracht, ging Dochter vol goede zin (as usual) naar de zwemles. De juf zou wel opkijken, nu ze zo lang onderwater kon, en zelfs allerlei zaken van de bodem kon opduiken. En als er nog tijd voor was, zou de juf vast wel willen zien dat ze 10 meter onder water kan zwemmen en de koprol voor en achteruit kan.
Vader achter het raam, Dochter in het zwembad. Toen Dochter enthousiast kwam aanlopen, stuurde de juf Dochter direct naar een ander groepje. Een Minder-Ver-Groepje, om precies te zijn. Aangezien Dochter alles wat met zwemmen te maken heeft leuk vindt, maalde ze hier niet om. Vader vanaf achter het raam, fronste zijn wenkbrauwen maar maakt zichzelf al gauw wijs dat het onderdeel van het lesprogramma was.

Toen bleek dat Dochter niet door was naar Het Volgende Bandje, iets wat we al weken hadden verwacht maar door allerlei omstandigheden niet door kon gaan , werd Vader assertief. Bij het zichzelf voorstellen schrompelde de juf ineen: ze realiseerde zich ineens dat ze een fout gemaakt had. Ze had Dochter voor Ander Meisje aangezien. Tja, dochter had dan ook een nieuw badpak aan…

De echte zwemles mag ingehaald worden. Een prettige oplossing van Laco. Maar Dochter mag van ons voorlopig niet meer van badpak wisselen, noch naar de kapper gaan. Dat schept verwarring.

woensdag 19 juni 2013

Nog maar niet aan denken. Of Zwemles week 23


De trein had geen vertraging. Ik had er zeven minuten over gefietst – als een gek- , stalde mijn fiets en rende naar binnen:  Het Zwembad in Geldermalsen. Nog net op de tijd voor de kijk-tien-minuten. Die kijk-tien-minuten die nu iedere week plaatsvinden en die ik ooit heb verfoeid. Maar eerlijk is eerlijk; was er nu heel er blij mee. Ik had namelijk  Dochter al een paar weken niet zien zwemmen.  
En als bonus had ik ook nog tijd voor Achter Het Raam. Daar viel ik midden in een gesprek tussen Buur en Vader:  “Kijk, nou doet ie het weer”.  Ik keek door het raam naar Dochter in het zwembad. Ik zag niets opvallends. In ieder geval niet iets dat op “doet ie het weer” zou kunnen slaan.  Met “wattan?” deed ik een poging om weer helemaal bij te kunnen zijn van wat er in de afgelopen drie kwartier besproken was.  Maar ook na de uitleg herkende ik het niet. Ik was een buitenstaander geworden in die paar keer dat ik niet meer achter het raam met Buur over Belangrijke Zaken kon spreken. Een gemis, realiseerde ik me.  Wat nou als Dochter haar diploma haalt? Hoe moet het dan met de Belangrijke Zaken? Zo heel lang kan dat niet meer duren. Dochter is net overgegaan naar Bandje Blauw. Dat is best ver: bijna oefenen voor het afzwemmen voor het A-diploma. Gelukkig  zitten B en C ook nog in het zwemsysteem.

donderdag 23 mei 2013

Rode badpakjes. Of Zwemles week 20.


Tja. Je bent er een keer niet bij en het loopt hélémaal mis. Een moeder die druk bezig is met haar eigen bedrijf terwijl haar dochter zwemles heeft, is vragen om teleurstellingen, dat blijkt.

Vader-de-niet-onverdienstelijke-zwemmer was deze keer mee. Thuis vertelde hij vol trots over de prachtig uitgevoerde slagen en over de meerdere thumbs-up die Dochter van de Zwemmeester kreeg. Ja, de Zwemmeester. De Zwemjuf was er dit keer niet. Misschien was ze verplicht op een lezing over veranderende inzichten in zwemsystemen.  Of had ze die avond ervoor ruzie met haar man omdat hij áltijd op vrijdag hun kinderen moest doen. En dat zij het dan nu voor één keer deed zodat hij nu naar de maandborrel kon. Of misschien was ze wel ziek. Ik weet het niet. Maar in ieder geval, er was nu een heuse Zwemmeester. Spannend voor Dochter, maar wat dééd ze het goed. Zelfs Jongetje dat normaal áltijd op zijn rug gaat zwemmen terwijl er gesommeerd wordt dat op de buik te gaan doen, en dat áltijd De Meisjes natspettert terwijl de juf wat uitlegt, was deze les de held. Hij mocht alles voordoen. En hij kon het ook, vond Dochter.
Vol verwachting logden we ’s avonds in op de Juffensite. Die met die krokodilletjes. Vorige keer was er niets veranderd. Maar nu, na deze briljante les, zouden we vooruitgang boeken. Wat een teleurstelling toen we ons gebruikersnaam en wachtwoord hadden ingevoerd:  er was géén vooruitgang geboekt. Die thumbs-up golden wellicht puur ter motivatie en Vader heeft er geen verstand van. Of wist de Zwemmeester eigenlijk niet precies wie nou wie was?  Dat snap ik. Als ik achter het raam zit, zie ik ook allemaal meisjes met staartjes en rode badpakjes.

dinsdag 7 mei 2013

Krokodilletjes. Of zwemles week 19


Omdat Buur en ik achter het raam zitten, kan ik Dochter gewoon het hele lesuur zien zwemmen. Dat doe ik dus ook. Het valt mij op dat ze keurig de opgelegde zwemtechnieken uitvoert. Bij de laatste 10 minuten mag je naar binnen en kun je aan het rand van het zwembad kijken.  Vader was ook mee. Ze voerde de opdrachten heel goed uit, vond Vader ( die zelf geen onverdienstelijke zwemmer is). En omdat we nu eenmaal leven in een tijdperk met een snelle opkomst van een toenemend transparante wereld, kunnen we ’s avonds zien wat de juf er nou eigenlijk zelf van vond. Op een zogenaamde juffensite kun je inloggen. Er staat een lijst met de gedane zwemtechnieken.  En daarachter staat een krokodilletje. Groen, geel of rood. Rood betekent dat je er nog niks van bakt. Groen betekent dat je de activiteit goed onder de knie hebt. En geel betekent: tja, wat moeten we er van zeggen.  De juffensite dus. We loggen ’s avonds hoopvol in en zien dat ze er dit keer géén groene krokodilletjes bij heeft gekregen. Alleen ‘in het water gaan, springen’  en ‘in het water gaan, op de kant klimmen’  staan op groen. Ja, dûûh!
 

Maar Dochter kan natuurlijk veel meer! Keurige beenslag, keurige armslag. Het is maar goed dat we de krokodilletjes van de andere kinderen niet kunnen zien. Anders was ik waarschijnlijk op hoge poten naar de juf gerend:  “En Dochter kan veel beter zwemmen dan Jongetje en Meisje. Ze pákt tenminsten het water bij de schoolslag, voert de enkelvoudige rugslag goed uit en kan als de beste watertrappelen. Wáárom heeft zij dan nog steeds die gele krokodilletjes??!!”  En Dochter zou me dan raar aangekeken hebben. Die zou willen dat ik weg zou gaan en doen wat ze bijna het allerleukste vindt: zwemles van de juf.

woensdag 1 mei 2013

Koningsdag. Of Zwemles week 18


Het was Koningsdag op school: een zogenaamd gezond ontbijt, het tien uurtje dat bestond uit opgerolde cake met spekjes, honderden kinderen die in school spelletjes speelden omdat het plensde en de flashmob.  Dochter deelde me vorige week terloops mee dat ze een flashmob instudeerden. Van dit fenomeen ben ik pak em beet nog geen halfjaar op de hoogte.
Goed. Verhitte wangen, een zéér kort lontje,  ernstig vermoeid en met een gezicht vol geschminkte vlaggetjes vroeg ze na de de koningsspelen of ze voor het zwemmen nog even bij iemand mocht spelen. Nee dus. Ik vond dat we het uurtje voor de zwemles even rustig aan moesten doen omdat ze wel heel erg moe was.  Ze was het er niet mee eens:” Ja maar jij zegt dat ik niet mag spelen omdat ik moe ben. Maar ik bén niet moe. Dus mag ik nu ook wel ergens spelen”.  Tja. Daar sta je dan.

Een uur laten togen we naar het zwembad. Ook hier gingen de koningsspelen vrolijk door. Ze mochten met een oranje ballon allerlei oefeningen doen.  Leuk natuurlijk. Na een uur koningszwemles was dochter nog moeër dan daarvoor en viel tijdens het eten in een diepe slaap. De schmink was er ondertussen wél af.

vrijdag 12 april 2013

Zo'n moeder. Of zwemles week 17.

Voor de degenen die het nog niet wisten: we mogen dus niet alleen de laatste, maar ook de eerste 10 minuten aan de rand van het zwembad zitten. Onzin eigenlijk. Maar goed, deze keer maakte ik gebruik van die regel en ging ook ik de 1e 10 minuten kijken.  Toen Dochter haar kurkje om deed, zag ik dat het vrij los om haar buik hing. Ik weet uit ervaring dat je je gaat ergeren aan het materiaal. Dat je je dus ook niet kan concentreren op de activiteiten die maken dat je een uitstekende prestatie neerzet. Dus gebaarde ik dat haar kurkje strakker moest. Dat deed ze niet. Sterker nog, toen ze dichtbij was, probeerde ik zelf haar kurkje strakker te krijgen. Het lukte niet en ze wilde het ook niet.  














Ik ging met Oma van Buurkind theedrinken. (Buur moest zo nodig naar Rome. Prima. Maar dat dat dan ook nog op een vrijdag moet...) De laatste 10 minuten mochten we ook weer kijken dus. Dochter wuifde weer naar mij en riep vrolijk dat haar kurkjes net bij haar enkels hingen. Een “zie je wel”, kon ik nog net inslikken. Ik  besloot namelijk om op een meer verantwoorde manier mijn gelijk te krijgen. “En, zwom het lekker?” vroeg ik.  Hier stopte onze conversatie. Dochter draaide zich om en keek naar het zwemmen van de andere kinderen en ze luisterde naar de Juf. Kortom: ze had aandacht voor de zwemles. En niet voor haar moeder die tijdens die 10 minuten tot op detailniveau en zelfs met gebaren zich bemoeide met de zwemles. Beseffend dat ik nét Zo’n Moeder was, ging ik met enige schaamte zitten op het zwembadbankje.
 Pfoeh, best confronterend, die kijk 10-minuten.

zaterdag 6 april 2013

Einde van het Belangrijke Zaken-tijdperk? Of Zwemles week 16



Weer te laat bij het zwembad. Snel kind badpak aandoen, door de slierten, net op tijd staartje indoen en hop achter het glas. Buur zit al te wachten met een kopje thee met haar twee andere kinderen. 
We bespreken weer Belangrijke Zaken totdat mijn oplettende andere  Buurkind opmerkt dat Dochter al in het diepe bad zit. Op zich is dat geen opwindend nieuws. Ik wist natuurlijk sinds vorige week  dat ze in zo’n raar zwemparadijs van een dito stijle glijbaan in het diepe durfde te roetsjen. Nou, dan moet springen in het diepe in Geldermalsen,  zónder rare glijbaan, óók nog wel lukken.

Maar goed, de shock was dat we dus voortaan iedere vrijdagmiddag, nog iets minder dan anderhalf jaar lang, onze kinderen kunnen zien tijdens de zwemles.  Tot zover prima, immers, dat wilde ik zo graag. Maar dochter kan óns ook zien. En dat betekent dat als zij kijkt, en wij dus niet kijken omdat we het over belangrijke zaken hebben,dat dát dan weer zielig is. En dat wil je eigenlijk niet. Dus kijk je steeds met een half oog naar het zwembad en luister je daardoor met een half oor naar de Belangrijke Zaken van Buur. Of snijd je zelf een Belangrijke Zaak aan en weet je dus vervolgens eigenlijk niet meer wat je nou wilde zeggen omdat Dochter op dat moment net aandoenlijk zwaait.
Het wordt er niet gemakkelijker op, zo’n Dochter die plezier heeft op de zwemles in Geldermalsen en daardoor ook nog eens bevordert naar diepere baden… 

zondag 24 maart 2013

Rapport en het Roze Bandje. Of zwemles week 15


Kleuters krijgen tegenwoordig een rapport. En niet zomaar een vrolijk tekeningetje met een konijntje en een beertje die staan voor ‘hup zet em op’ of ‘dat doe je goed’, nee:  3 pagina’s, onderverdeeld in de categorieën Sociale competentie, Werkhouding, Taalontwikkeling, Rekenontwikkeling, Wereldoriëntatie, Kunstzinnige vorming en Bewegingsonderwijs ( inclusief de pen- greep en  schaargreep). Nou ja, daarvan bijkomend  (hoezo worden die kleuters al hélemáál langs een meetlat gelegd!) ging ik me met Dochter en rapport op de bank nestelen om deze pagina’s grondig door te nemen.  Toegeven, ik was trots. Het állertrotst was ik toen ik het verhaaltje van de juf op de laatste pagina las. Mijn lofuitingen interesseerden haar niet zo: Dochter vond dat ze vandaag écht een mooie dag had omdat ze een rapport had. “Maar”, zuchtte ze,”de dag is perfect als ik straks naar het roze bandje mag”, doelend op de zwemles. Ik probeerde haar resultaatdrang nog in te perken door te zeggen dat het een perfecte dag was als ze vooral een léúke zwemles zou hebben. Ze reageerde niet.
Toen we de kinderen door de zware slierten voor het zwembad hadden geduwd en thee gehaald hadden, moesten Buur en ik het weer druk over Belangrijke Zaken hebben. Het waren er dit keer veel. Maar veel tijd hadden we niet: de laatste tien minuten keken we alweer aan de rand van het bad.  Bezig met een ingewikkeld circuit met matten op en hoepels in het water, zag ik de Dochter het grootste plezier had. Zij hielp de juf zelfs om de omver gezwommen hoepels weer op z’n plaats te leggen. Mooi, ze vond het leuk.  

Aan het einde van de les kreeg ze een briefje mee, waarop stond dat ze inderdaad naar het volgende bandje mocht. Blij dat ze was. In de kleedkamer kakelde ze honderduit over het nieuwe, roze bandje. Buurkind stond er enigszins beteuterd bij. Zij mocht nog niet naar het roze bandje. Ik vertelde Buurkind dat ik gezien had hoe goed en krachtig zij de borstcrawl al deed. Mijn complimenten werden schouderophalend in ontvangst genomen. ‘Boeien’, zal ze wel gedacht hebben. En terecht: zij mocht immers nog niet naar het roze bandje. Dus probeerde ik via mijn dochter bemoedigende woorden haar doen toekomen:  “Nou, Buurkind mag de volgende keer of die keer daar op ook naar het roze bandje. Dat is leuk, dan hebben jullie hetzelfde bandje weer!”
Buur had erg veel last van haar schouder. Er waaide een gure wind. We aten niet gezellig met z'n allen.  Dochter lag vroeg op bed omdat ze misselijk was en buikpijn had. Ze vatte ze de dag nog wel even samen: het was een perfécte dag.

vrijdag 15 maart 2013

Weer gewoon. Of zwemles week 14

Het is feest. Buurkind en dochter mogen eindelijk weer op hetzelfde tijdstip zwemmen.  Alles wordt weer gewoon: Buurkind heeft vooraf buikpijn die tijdens het zwemmen en lachen met Dochter in het water weer vergeten wordt. Dochter voert als eerste de opdrachten uit, voorzien van lollig bedoeld commentaar. Buur en ik zoeken gelukzalig ons plekje weer op. Met kopje thee en hebben wij het gewoon weer over Belangrijke Zaken.

We zien onze juf ineens bij het grote bad, het bad dat je wėl kunt zien en waar onze kinderen niet zwemmen. Wat doet onze juf daar? En zolang? Ze hoort continu bij de kinderen te zijn om op te merken hoe ónze kinderen met grote sprongen vooruitgaan. Ze hoort versteld te staan van de kracht van Buuurkinds benen, ze herinnert ineens weer levendig waarom ze zwemjuf is geworden als ze ziet hoe Dochter de perfecte schoolslag maakt. Zo iets. Maar nee. Aan het einde van de zwemles krijgen twee kinderen een briefje mee waarop staat dat ze door mogen naar een ander badje. En dat zijn onze kinderen dus niet. Hoe kan dát nou! En we zijn nog wel zo objectief, zo samen achter het raam. Denken we.

Thuis wachten er weer frietjes en sla en eten we weer met zn allen. Omdat het feest is. En alles is weer gewoon: dochter ligt met buikpijn op de bank en hoeft geen frietje. En zij gaat morgen gewoon weer zwemlesje spelen, op het kleed en zij is de juf.




donderdag 7 maart 2013

Lente. Of Zemles week 13


Het is lente. De zon schijnt. Ik heb in de zon hardgelopen, de vogels kwetteren, de tuinplannen haal ik weer uit het stof, geen sjaals en mutsen zoeken vlak voor het naar school gaan en heb zin om de boel te doen Wat dat dan ook maar mag zijn. Gewoon zin in. Het weekend wordt ook mooi weer.  Maar eerst zwemles.
Er naartoe rijden, aanmelden, stempeltje krijgen, scannen, snel uitkleden, badpak en bandjes aan en dochter door de zware slierten duwen.

Daarna weer terug, achter het raam. Ik heb geen deadlines voor artikelen, buur en ik kunnen nog steeds niet samenrijden en dus bespreek ik geen Belangrijke Zaken; ik doe dus niks. Ik moet wachten en kan geheel gelegitimeerd ‘De leesportefeuille’ doorkijken. Daar lees ik hoe ik mijn huis dit jaar in kerstsfeer moet brengen ( jeuh, het kan dit jaar in álle kleuren!), ideeën om je stoofpotten met muts en sjaal buiten op te eten ( natuurlijk doe je dat met je hele groep vrienden- zonder kinderen) en een geheel uitgewerkt vogelvoederplan. Nee, er is nog geen lente in het zwembad.

Ik ruim mijn winterbladen een kwartier van te voren op (zo ben ik dan ook weer wel) om 10 minuten van te voren in het zwembad naar mijn dochter te kunnen kijken.  Ze zwaait vrolijk naar mij, zwemt, spartelt en springt als een jong lammetje in het water. Toch lente in het zwembad.

donderdag 21 februari 2013

Op de WC. Of zwemles week 12


Eindelijk kon dochter weer gewoon naar de echte Zwemles. Gewoon in het zwembad van Geldermalsen, daar waar het hóórt. En waar ik gewoon weer achter het raam kon gaan zitten. Mistroostig, zonder Buur:  haar dochter zwemt op een ander tijdstip. Buurkind en Dochter haalden niet in dezelfde week het ‘volgende bandje’ en daarom zijn ze nu voorgoed van elkaar gescheiden.  
Ondanks het feit dat Buurkind en Dochter nu hetzelfde bandje hebben,  buur en ik in hetzelfde buitendorp wonen, op dezelfde dijk wonen (nog net niet in hetzelfde huis) en dezelfde weg af moeten leggen naar het zwembad, rijden we iedere vrijdag zo’n beetje áchterelkaar naar Geldermalsen.  Niet goed voor de ecologische voetafdruk van zowel het zwembad als van ons, niet goed voor onze dochters (Buurkind krijgt nu tijdens de zwemles altijd last van haar buik zodat ze juist dan steeds naar de wc moet) en niet goed voor Belangrijke Zaken van Buur en mij. Kortom: vreselijk.  We vragen de mevrouwen achter de balie steeds:  buurkind wordt op de wachtlijst geplaatst van het tijdstip van mijn dochter.  Wachtlijst….klinkt lang.

Ik tik ondertussen het artikel voor mijn opdrachtgever af, althans, doe een poging. Ik kijk natuurlijk steeds op de klok om me 20 minuten voor het einde op te maken voor de laatste kijk-tien-minuten.  Daar kan ik zien dat mijn dochter kéúrig de rugcrawl, geheel diagonaal het zwembad doorzwemt om haar hoofd vervolgens tegen de kant te stoten. Ze lijkt het niet erg te vinden.  En ik weet nu weer waarom ik tijdens de zwemles  ook altijd op de wc zat: voor de rugslag en het feit dat ik me altijd zo alleen voelde in het zwembad. Hopelijk mogen buurkind en dochter weer snel bij elkaar in hetzelfde bad, op hetzelfde tijdstip. Dat zorgt voor een hoop gelukkigere uren voor iedereen de komende anderhalf jaar lang.  

maandag 11 februari 2013

Wassen met instructies. Of Zwemles week 11


Zwemles dus. Maar nu een andere. Met het hele gezin. En met oom, tante en twee grote nichten. Nadat we ons hebben uitgekleed, moeten we ons verplicht douchen, zonder badpak. Bij iedere douche hangt een flacon met zeep. En instructies waar en hoe we ons moeten wassen:  namelijk overal. Het plakkaat wijst ons erop dat we de volgende onderdelen niet moeten vergeten: oksels, vagina, billen en voeten.
Dan mag het badpak aan. En dan mogen we het mooie, inderdaad heerlijk schone, zwembad in. Broertje wil met oom van de glijbaan, de nichten hebben alleen maar oog voor de duikplanken en tante wil baantjes trekken.  Maar dit ziet onze dochter allemaal niet. Dochter wil zwemmen. Zwemles. En de badjuf is dit keer de vader.

Van te voren hebben we opgezocht wat het programma is: enkelvoudige rugslag , beenslag rugcrawl en borstcrawl. Via Youtube weten we wat dat inhoudt bij kinderen van vijf. Nadat Broertje 15 keer van een belachelijk hoge glijbaan is afgeroetsjt, de nichten hebben laten zien hoe goed ze van de hoogste kunnen springen en de tante tevreden de balans opmaakt van het aantal gezwommen baantjes, heeft onze dochter de voorgeschreven zwemtechnieken onder de knie, vindt Vader. Als we eruit gaan moeten we ons weer, zonder badpak, helemaal wassen.  Mét instructie. We gaan echt helemaal schoon in onze kleren.
Voor de goede orde: dit was niet het zwembad van Geldermalsen. Het was de Værløse svømmehal. Misschien moet de badmanager ook es kijken in de Deense zwembaden. Een verademing.

De volgende dag vliegen we terug naar huis. Als we hoog boven de Noordzee vliegen, merkt Dochter op: “Waarom heet de Wereld  ‘Aarde’,  terwijl er veel meer water is”.  We zijn blij dat we de zwemles niet hebben overgeslagen. Mijn dochter wil zich het water eigen maken, dat blijkt.

donderdag 24 januari 2013

Spuigaten. Of zwemles week 10


Na een bezoek aan een beurs voor onze onderneming in spe en het vergeten zwempak zaten we weer in Het Zwembad. Dat van dat zwempak is goedgekomen: ze mocht een zwembroekje lenen. Waarschijnlijk uit de grote glijbaankist, maar daar moet ik maar niet over nadenken. Dochter kon zwemmen.

En zo zaten we dus weer Achter Het Raam. Met Buum, de echtgenoot van Buur. Buur is nog steeds ziek. Buum is soort lopend vat ideeën dat continu van binnen borrelt. En als het dan even opgepompt is, spuiten er állemaal ideeën en mogelijkheden en kansen uit. Dus weer geen Belangrijke Zaken bespreken, dit keer slechts een hoop zakelijke zaken. Denk je dat je een redelijk plaatje hebt van de nieuwe onderneming, iets dat wel rust geeft, wordt dat beeld weer uit elkaar gerukt door Buum. Dat allemaal tijdens ons rustige, wekelijkse zwemuurtje.

En dan mogen we weer naar binnen. Immers, ouders mogen nu iedere week kijken. Je verstoort dus gewoon bijna een kwart van de les. Zodra alle ouders binnenkomen doet Een Zoontje nogal overdreven de oefeningen verkeerd. Zodra Dochter mij in de gaten heeft, vraagt ze een paar keer wat nu eigenlijk het toetje is voor straks. En weer een andere moeder beeldt de oefeningen die de juf uitlegt, nog eens in gebaren uit voor haar kind. Het ziet eruit als een soort lompe walrus die probeert te schoonzwemmen, zo iets. Echt verduidelijken doet het in ieder geval niet, vrees ik.

Ik hoop echt dat dit binnenkort de spuigaten uitloopt, een beetje zoals als het ideeënvat bij Buum, dat wordt opgepompt. En dat de juf zonder af te drogen de trap op rent en de kantoordeur van de badmanager opentrapt.En dat ze dan met druppend badpak haar hand op een stapel Belangrijke Papieren klapt en uitroept: ' Dat met die kijksessies iedere keer, dat doen we dus niet meer. Ik stap nú op of we draaien de boel terug. Gewoon weer een kijkles iedere onevenmaand, de laatste les, mits het volle maan is.' Ofzo. Weer hulde voor de de juf. Als ze dat zou doen.

zondag 13 januari 2013

In principe. Of zwemles week 9



Een heuse kerstvakantiedag. Eerst naar de grote stad naar een museum en daarna dachten we leuk dim sum te gaan lunchen. Oftewel we dachten dat het leuk was om te dimsummen. Dát viel tegen, de happen vet gecombineerd met de blokjes gestoomde inktvissencake bleek toch geen goede voorbereiding te zijn voor iemand die naar zwemles moet. Trouwens ook niet voor de begeleidende ouders en het begeleidende broertje.
Maar goed.  De fijne Vacantiedag sloten we af met een zwemles. In Geldermalsen. Achter een raam.  In een warme smoezelige ruimte. Buur was er niet omdat buurkind logeren was, zoals dat hóórt in de vakantie. 

In plaats van over belangrijke zaken te praten, moest ik nu ons andere kind in de gaten houden. Er staat een kist met deksel die voor een kind dient als een soort glijbaan. De kist is groot genoeg voor veel speelplezier van zo'n 5 kinderen tegelijkertijd. Ergens had ik gelezen, dat dat niet de bedoeling is :dat spelen op een solide kist. Immers, de grote solide kist dient als vergaarbak van gevonden voorwerpen. Dus vroeg ik even aan de vrouwen achter de bar of  dat nu wel of niet mocht. 'In principe niet'. In principe? ' jaaa, eigenlijk mag het niet'. Eigenlijk? 'Nou ja het mag niet maar iedereen doet het'. Dus? 'Nou ja, het mag niet'. Aha, daar had ik eindelijk een antwoord. Natuurlijk baalde ik van het antwoord, of eigenlijk nog meer van de manier waarop ik dat antwoord kreeg, maar haalde mijn kind er vanaf.  Uit principe: het mag niet. 


Verstuurd vanaf mijn iPad