Eind oktober. En ja hoor, het A diploma in zicht. Vader ging
met dochter mee. Ik was met zoon naar Leeuwarden. Leeuwarden is ver van Geldermalsen,
zeker als er wordt afgezwommen. Niets vermoedend deden wij dat wat we moesten
doen in Leeuwarden. Ondertussen kreeg ik berichtjes door. Vader begon te
zweten: Dochter moest uit het bad komen,
met een Juf praten en als enige nog een keer een baantje zwemmen. Daarna zei de
juf nog wat tegen haar. ‘Bloedstollend’, appte Vader. Dochter moest nóg een baantje zwemmen. Als
Enige. Vader had al bedacht dat er zo nu en dan toch wel eens iemand moest
zakken. Anders zou de zwembond de kwaliteit van zwembad Geldermalsen ook
ongeloofwaardig vinden, zo dacht Vader. De
waarschijnlijkheid was groot dat dat dan uitgerekend Dochter zou zijn.
Ondertussen, in Leeuwarden, had ik er vrede mee. Het was
misschien ook wel eens goed voor Dochter om niet altijd alles in één keer te
kunnen. Het kwam mij wel erg goed uit dat ik ver weg was en dat Vader dat dan
even zou uitleggen. Maar niets van dat al. De volgende app was een foto van de
diplomabrief. Ik was trots. Dat leermoment zou later wel komen. Vader was opgelucht en wilde in de auto toch even informeren naar wat de juf gezegd had. Dat wist dochter niet meer. ‘Maar waarom moest je dan nog 2 baantjes zwemmen?’ , probeerde Vader voorzichtig. ‘Oh, ik denk dat ze vond dat ik zo mooi kon zwemmen, dat ze het gewoon nog een keer wilde zien”.
Eén gebeurtenis met twee totaal verschillende waarnemingen.
Mijn dochter denkt voorlopig gewoon dat ze alles kan en de beste is. Hoe houden
we dát erin?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten