vrijdag 28 december 2012

Laatste zwemles van 2012. Of Zwemles week 8


De laatste zwemles van 2012. Buur en ik kleden onze dochters aan en kunnen dan , achter het raam, bijkomen. Niet van de kerstdrukte: het kerstprojectmanagement kunnen we natuurlijk gemakkelijk aan. Al hebben we besloten dat we volgend jaar gewoon éérder beginnen met de voorbereidingen. We zijn gewoon moe.  En ach, dan is zo’n uurtje wachten tijdens zwemles wel ok.  Ik hoef dan namelijk niks anders dan over Belangrijke Zaken praten, samen met Buur.
Maar dat is een aflopende zaak volgend jaar. We kregen een brief van Laco, het zweminstituut. Omdat ze ons beter van dienst willen zijn, mogen we voortaan a) onze kinderen begeleiden tot in het zwembad en b) het laatste kwartier langs de kant van het bad zitten, zoals bij de kijkles. Nét nu ik het ritme van de kijklessen eindelijk in mijn systeem heb, namelijk de láátste vrijdag van de óneven maanden, verandert het. Er bestaan geen kijklessen meer, want iedere les is een kijkles geworden. Niemand kan zich nu nog verheugen op een kijkles.   

Concreet betekent dit dat a) kinderen nog langer de tijd hebben om te jengelen omdat hun ouders nu eenmaal in de buurt zijn en b) Buur en ik geen tijd meer hebben om over Belangrijke Zaken te praten.  Want de 1e tien minuten van de les zitten we ons voortaan te bemoeien met de badjuf, daarna moeten we ons snel naar achter-het-raam begeven en dan moeten we de hele tijd de klok in de gaten houden om op tijd voor de wekelijkse kijkles te komen.

Dat wordt druk dus volgend jaar. Maar aangezien ik me heb voorgenomen om wat meer regie over de dagelijkse gang van zaken te hebben, moet ook dit vast goed komen.

zondag 9 december 2012

De Badjuf. Of Zwemles week 6

Geen kijkles dus. Maar weer gewoon achter het raam waar je je kind niet ziet. Wel zien we natuurlijk ándere kinderen. En zo'n ander kind huilde. In het bad. En de Juf troostte geduldig. Tegelijkertijd gaf ze de rest van de natte wurmpjes instructies.
"Huilt dat kind nou nog?"  vragen Buur en ik om de zoveel slokken thee, "da's ook wat."  En we waren blij dat het ons kind niet was, maar een ánder kind dat zich niet blij voelt tijdens de zwemles.

Ja, da's ook wat. Ik weet nog goed dat ik iedere dinsdag- en donderdagmiddag naar 'Zwembad Sudersee'  in Lemmer werd gebracht. Meestal door andere vaders en moeders. Ik was dus ook iedere dins- en donderdagmiddag op school al zenuwachtig. Altijd. Ik vond er niks aan. Maar als je bij het Tjeukemeer woont, is het zaak zo snel mogelijk 2 zwemdiploma's te halen. En altijd als we moesten rugzwemmen, ging ik naar de WC. Daar ging ik dan zitten totdat de Hoofdbadmeester mij er weer af bulderde. De Hoofdbadmeester had donker haar en bulderde dus altijd. Maar dat hoorde nu één keer bij badmeesters, laat staan bij hoofdbadmeesters, dacht ik. Uiteindelijk A en B gehaald en zwemmen blijkt na jaren toch wel leuk. Rugzwemmen is trouwens nog altijd stom want je ziet niet waar je naar toe zwemt.

Nu zie ik iedere vrijdagmiddag dus ook allerlei badmeesters- en juffen. Ik kan niet zo goed zien wie nu de hoofdbadmeester is. Waarschijnlijk hebben ze een badmanager. De gewone badjuffen en-meesters zijn gewoon lief. En geduldig. En zorgen ervoor dat het 'andere kind' volgende week gewoon weer blij in het water spartelt. Goedzo.

donderdag 6 december 2012

Kijkles. Of Zwemles week 5


En zo mijn eerste Kijkles.  Dat betekent dat je dus het láátste kwartier van het zwemlesuur op de láátste zwemles van de óneven maand mag kijken. Niet achter het raam, want daar is immers maar 1 tafeltje waar je met goed geluk naar het kleuterbadje kan kijken. Nee, we mogen gewoon aan de rand van het zwembad, op de bank, zonder raam ertussen.

En ‘we’ zijn ouders. Maar ik zie ineens  ook allerlei grootouders, zusjes en grote broers. De bedoeling is kijken. Observeren.  Wat kan mijn kind al? Maar vooral voor sommige ervaren ouders: de juf aanspreken op het feit dat zijn kind toch écht wel een badje verder kan. Heeft de juf dat dan zelf niet in de gaten? Moet ze maar es kijken. En thuis in het bad kan hij het écht!   Goed. Druk dus op zo’n kijkles.

Eerlijk is eerlijk, ik kijk mijn ogen uit. Ik zit écht iedere week achter het raam maar heb geen flauw idee wat mijn dochter allemaal kan. En nu zie ik dat ze zonder moeite onder water duikt om een ding van de grond te halen. En ze drijft gewoon, op haar rúg!  Mijn dochter doet goed haar best. Samen met dochter van Buur luisteren ze goed naar de juf. Een Jongetje niet. Zijn moeder kijkt dan ook niet op de kijkles,  maar corrigeert. ‘Nee zoon, dáár naar toe’ ‘Niet spetteren, zoon!’ ‘Spring maar!’ ‘Het is niet eng!’ En de juf…. die gaat stoïcijns door met het voordoen van een krokodil, op de kijkles.

En ik ben ondertussen supertrots op wat mijn dochter allemaal kan. Toch de juf maar es aanspreken op het feit dat mijn dochter al zéker een badje verder kan. Maar goed, daarvoor moet ik wachten op de laatste zwemles van een oneven maand. Ik weet eigenlijk niet of dat ook voor de oneven jaren geldt.   

maandag 26 november 2012

De handige vader. Of Zwemles week 4


Nee, er is geen kijkles nu. De kijklessen zijn natuurlijk áltijd de láátste zwemdag van de (let op:)  óneven maanden. Echt waar. En Buur is ook al niet mee. Ik kleed dus 2 kinderen uit-en-aan en begeleid ze keurig via een glibberige vloer naar de slierten.   
Het is niet toevallig dat Buurkind tegelijkertijd met mijn dochter zwemt. Dat is namelijk heel handig zodat je het halen en brengen kan afwisselen. Leuk bedacht maar volstrekt niet gezellig.  En dan zit ik daar dan dus alleen achter het raam. Ik heb volop tijd om uitgebreid te gaan zwaaien, maar er staat nu een opgerolde mat voor het bad. Ik kan geen dochter zien. En dochter mij ook niet. Dat scheelt.

Er liggen nog wel wat tijdschriften waarvan alle pagina’s al heel erg zacht zijn met van die afgesleten c.q. omgekrulde hoekjes. Gewoon,  zoals dat in smoezelige wachtruimtes hoort. Ik vis er een Mijn Vriendin uit, die bericht dat Sylvia Kristel ziek is. En een Viva met klagende vrouwen:   “het is lang niet altijd leuk hoor, om er goed uit te zien” duuuh.

De vader waarvan ik dus nog steeds niet weet of hij nou timmerman is óf zijn huis zelf aan het verbouwen is, zit ook te lezen. Geen biertje dit keer.  Ik vraag me af wat zo’n handige man eigenlijk leest. Ik wil dat weten.  Na zéker een half uur legt hij het blad neer en gris ik het onder zijn neus vandaan. Een soort van ‘ja-maar-hij-lag-vrij- houding’, die mijn kleuterkinderen bijna dagelijks op elkaar toepassen als het om speelgoed van de ander gaat.
Maar goed, het betreft hier de  ‘100 en 1 Woonideeën’ . Met allerlei verhalen. Van mensen die een woonboerderij wilden, maar eigenlijk ook in de stad wilden wonen. En dat ze dan een woonboerderij ín de binnenstad vonden. Of van die mensen die geheel onverwacht op de zolder van hun net gekochte nieuwe huis nog een Wim Rietveld-lamp  vonden. Die dus natuurlijk précíés bij hun nieuw opgebouwde keuken past. Of mensen die onder hun vloer de méést prachtige mozaïeken tegelvloer van 100 jaar oud tegenkwamen. Helemaal gaaf natuurlijk.

 Dat heeft de handige vader het afgelopen half uur gelezen.  Ik hoop maar dat hij niet te veel tegenslag met zijn eigen bouwproject heeft. 

woensdag 21 november 2012

WC-rol. Of Zwemles week 3


Nadat we de kinderen in het ‘natte gedeelte’ hebben afgeleverd, lopen Buur en ik naar achter het raam. Het enige tafeltje waar je nog net om het hoekje kunt zien  (en dus onze kinderen)  is nog vrij. In de verte, ook nog áchter een onhandig opgestelde rolmat, zie ik inderdaad zo’n 20 natte wurmpjes. Eén daarvan is mijn dochter. Ze heeft een roodbadpakje aan. Maar dat hebben er meer.

Onder ons gesprek  over belangrijke zaken, zwaai ik zo nu en dan naar die natte wurmpjes in de verte. Ik weet zeker dat de nog-nieuwere ouders het belachelijk vinden. Vond ik ook. Totdat mijn dochter vorige week verweet dat ik haar niet eens zág als ze naar mij keek! Dus zwaai ik nu te pas en te onpas als ik in de verte iets roods zie.
Het strategisch opgestelde tafeltje is dus nu van ons. En dus maak ik daar gebruik van. Ik zie dat de kinderen met grote dikke witte staven in de weer zijn. Ik zie ook een jongetje onder zo’n ding, onder water glijden. Nu weet ik dus niet of hij hierdoor weer een extra groen vlaggetje op zijn scorelijst krijgt,  of dat hij hier nu wekenlang een trauma aan overhoudt. 

In de auto vraag ik mijn dochter wat dat grote ronde witte ding was.
“Húh? Oh, daar mochten we mee spelen. ”
“Néé, dat zijn kleurenslangen, deze die ik bedoel zijn wit”.
“Die ken ik niet. Mag Pluk van de Petteflet nu aan?”
Geen resultaat. En Pluk redt een Krullevaar.

 Van Buur kreeg ik die avond een smsje: ’die lange witte dingen zijn wc-rollen.’ Buur kent mij goed. De volgende morgen aan het ontbijt begin ik er nog eens over :

”Wat moesten jullie nou met die wc-rol doen?”
“Ooooh, dieie! Ja, Makkelieieie “
En met haar hand onder haar hoofd prikt ze in een boterham weg en met volle mond zegt ze: "je hoeft er niet de hele tijd over te praten, hoor”.   

Volgende week is het kijkles voor de ouders. Dan hoef ik er niet de héle tijd over te praten. Lekker rustig.

zondag 11 november 2012

Makroni. Of Zwemles week 2

Stel, je bent bezig bent met het opzetten van een eigen onderneming. En je hebt net een goede sessie gehad.  Dan wil je thuis dóórgaan met de laatste inspiraties op papier te zetten. Maar dat gaat niet. Het is immers Vrijdagmiddag. En Vrijdagmiddag is er zwemles in Geldermalsen.

Buur haalt me op van het station Geldermalsen en heeft een auto vol uitgelaten-we-gaan-naar-zwemleskinderen mee. We zijn vroeg, dus hebben geen last van een kleedkamer vol evenzo uitgelaten kinderen. We schuiven onze kinderen door de zware plastic slierten en nemen snel onze plek voor het komende uur in: achter het raam. Kopje thee en hebben het over belangrijke zaken. Totdat Buur wordt geroepen door juffrouw Ans. Buur moet meekomen. Schoenen uit, sokken uit en met Kind mee naar het toilet. Diarree. 

Ondertussen hoor ik het weekmenu van het groepje dames naast mij aan. Ik luister graag naar eetverhalen, ook achter het raam van het zwembad.  Mevrouw 1 zweert bij Makroni. Makroni lusten ze bij haar allemaal. Oooh, nee, bij mevrouw 2 niet. De jongsten lusten wél makroni, de oudsten lusten géén makroni. Daaruit blijkt dat ze minstens 4 kinderen heeft. Aan hun rokken, haardracht en parelketting te zien, klopt dat ook.  Dan zijn ze er na een tijdje uit: iedereen lust wel eens iets niet.

Na zwemles eten we bij ons: Buur plus man plus kinderen eten mee. Mijn man heeft een grote schaal góddelijke zelfgemaakte lasagne gemaakt. Het aan-de-zijkant-gescheurde-pak bloem bewijst dat zélfs de bechamelsaus van eigen makelij is. Eén kind lust het niet. Die had vast liever macaroni. Misschien ga ik volgende week aan de dames vragen welk merk zakje-saus ik moet hebben.  

 

 

maandag 5 november 2012

Een bijzondere dag. Of Zwemles week 1


Net op het moment dat ik weg wil gaan en tevreden denk dat ik nu eens vroeg bij mijn opdrachtgever kan verschijnen, loopt mijn dochter de trap af. Verwilderd in haar pyjama met een zelfgemaakte ketting om. “Het is vandaag een bijzondere dag voor mij” deelt ze mee. Wat mis ik? Ze is niet jarig.  Een belangrijke cruciaal-voor-je-leven-toets op school? Haar eerste navelpiercing? “Het is vandaag mijn eerste zwemles”.

Gelukkig gaat het buurmeisje ook naar De Eerste Zwemles en zo zitten buur en ik op het bankje langs de rand van het zwembad. Want dat mag de eerste keer, de eerste 10 minuten. Dat we naast elkaar zitten versterkt onze trotse uitingen “Ooooh, moet je zien, ze gaan zomaar onder water!”,  “Kíjk dan!” alsof we wat anders zitten te doen daar. De kinderen moeten heen en weer lopen in verschillende gedaantes:  een dolfijn die onderwater dompelt of een reus die met grote stappen door het water loopt.

Dus vanaf nu zit ik dus Anderhalf Jaar Lang Iedere Vrijdagmiddag in het zwembad. In de wachtruimte achter het raam. Met een foezelig tapijt en een dito bar. En ik ben niet de enige. Naast Buur en ik  zitten er nog minstens 20 ouders ( en/of verzorgers. Geachte ouders en/of verzorgers).   We kopen een kopje thee.  Dan zie ik daar een vader op een barkruk  die óf bouwvakker is óf zijn huis aan het verbouwen is ( zelf!).  Met een biertje. Hij ziet er tevreden uit. Ik had zo de barkruk naast hem kunnen pakken.  En dan had ik ook een biertje gedronken. En dan nog één. En dan hadden we een portie bitterballen besteld. Maar ik loop langs hem en pak de theedoos van de bar.

Gelukkig kent Buur mijn geografisch onvermogen en zij zorgt ervoor dat ik aan het einde van de les met opengeslagen handdoek in de kleedkamer mijn dochter liefdevol sta op te wachten.  De júíste kleedkamer.

En daarna frietjes eten. Bij Buur. Omdat het een bijzonderde dag is. Maar Dochter eet niks, zij heeft buikpijn.